Op 10 december is het Internationale Dag van de Mensenrechten. Op die dag staan we stil bij het belang van mensenrechten. Mensenrechten staan aan de basis van onze samenleving en zijn verankerd in meerdere internationale verdragen. Desalniettemin betekent dit niet dat deze ook ten alle tijden volledig worden nageleefd. Het coronavirus en de bijbehorende coronamaatregelen hebben dit laten zien. Het bleek dat er soms een afweging moest worden gemaakt tussen een aantal mensenrechten. Sommige rechten en vrijheden werden ingeperkt omwille van het beschermen van de maatschappelijke gezondheid. Dit heeft grote impact gehad op het dagelijks leven van vrijwel elk persoon. Om die reden is Art.1 MN in april gestart met het opstellen van maandelijkse rapportages over de mensenrechten in tijden van corona in de provincie Utrecht. Het resultaat is vijf rapportages over een periode van zeven maanden. In dit artikel zal een samenvatting worden gegeven van deze rapportages, die in volledigheid zijn terug te vinden onder Publicaties.*For English, select ‘language’ at the top right of the website
Nederland behoort tot één van de deelnemende landen van het ‘Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten’. In artikel 12 van dit verdrag staat dat mensen het recht hebben op het ‘genieten van de hoogst haalbare standaard van lichamelijke en geestelijke gezondheid’. In de afgelopen maanden bleek dat er in sommige gevallen frictie ontstond tussen dit recht en andere mensenrechten, zoals het recht op toegankelijkheid voor mensen met een beperking, het recht op gelijke behandeling, het recht op arbeid en zelfs het recht op toegankelijkheid tot medische voorzieningen. Om inzicht te krijgen in de situatie, zijn de rapportages onderverdeeld in vijf werkgebieden van Art.1 MN: onderwijs, arbeidsmarkt, LHBTI+, mensen met een migratie-achtergrond en mensen met een beperking.
De tekst gaat verder na de afbeelding 
Mensenrechten in het onderwijs
In de eerste golf bleek dat voornamelijk het thuisonderwijs een probleempunt was. Door het thuisonderwijs kwamen enerzijds de al bestaande onevenredigheden tussen scholen naar voren. Scholen die al goed presteren, blinken ook uit in thuisonderwijs. Scholen die slechter presteren of waarbij kinderen al leerachterstanden hebben, lopen het risico op grotere leerachterstanden. Anderzijds bleek dat kinderen ongelijke kansen hadden goed thuisonderwijs te kunnen volgen. Niet elk kind heeft toegang tot digitale middelen of kan thuis een goede werkplek creëren.
De problemen die waren ontstaan gedurende de maanden dat er thuisonderwijs moest worden gevolgd, kwamen veelal aan het licht bij de heropening van scholen. Na de meivakantie mochten scholen weer open. Naast de opgelopen leerachterstanden liepen de scholen ook tegen andere problemen aan. De coronamaatregelen die de overheid aan het onderwijs stelde, waren vaak onduidelijk en moeilijk door te voeren. Bovendien kwam het lerarentekort hier ook naar voren, waardoor scholen vaak te maken hadden met lesuitval of zelfs tijdelijke sluiting van de hele school.
Ook voor studenten verliepen de afgelopen maanden niet probleemloos. Het meeste fysieke onderwijs was afgelast en dit zorgde voor eenzaamheid voor studenten op kamers en gebrek aan voldoende begeleiding. Veel studenten liepen studievertraging op en kwamen hierdoor in financiële problemen, wat werd versterkt doordat veel studenten hun bijbaan kwijtraakten. Het verkrijgen van stages vormde ook een probleem, aangezien veel bedrijven en organisaties niet de ruimte konden bieden voor stageplekken in deze onzekere tijden. De laatste paar maanden is gelukkig een stijgende lijn te zien in het aantal aangeboden stageplekken en de hoop is dat deze lijn zich voortzet en verspreidt naar meer sectoren.
Arbeidsmarktdiscriminatie
De arbeidsmarkt werd hard geraakt door de coronacrisis en dit had groot effect op de veel mensen, aangezien de baanzekerheid in het geding kwam en financiële problemen dreigden. Het aantal vacatures slonk sterk aan het begin van de coronacrisis en de werkloosheid nam sterk toe. De onzekere tijden waarmee veel organisaties en bedrijven te maken kregen, zorgden voor verstoorde arbeidsrelaties tussen werkgever en werknemer. De combinatie van deze factoren zorgen ervoor dat arbeidsdiscriminatie een aandachtspunt werd.
Vooral jongeren en ouderen werden geraakt door de veranderingen die de coronacrisis teweeg bracht op de arbeidsmarkt. Jongeren werken vaker dan gemiddeld met flexibele contracten, waardoor de kans op ontslag groter is. Bovendien werken jongeren vaker dan gemiddeld in de horeca en deze sector werd aanzienlijk harder geraakt dan veel andere sectoren. Dit kan effect hebben op hun loon-en loopbaanontwikkeling, aangezien het opdoen van ervaring hier erg belangrijk is.
Gelukkig waren er ook positieve trends te onderscheiden. Zo leken de werkloosheidscijfers te stabiliseren in het begin van het najaar. Daarnaast is het belangrijk om te erkennen dat veel organisaties en bedrijven zich inzetten om meer inclusie en gelijke kansen te bereiken op de arbeidsmarkt. Arbeidsmarktdiscriminatie is een bekend en aanhoudend probleem, maar inclusie komt de laatste jaren wel steeds hoger op de agenda bij veel organisaties.
LHBTI+-personen
De problematiek waarmee de LHBTI+-gemeenschap te maken kreeg, betroffen in de meeste gevallen sociale problemen en in sommige gevallen medische problemen. Voor veel LHBTI+-personen zijn ontmoetingen en samenkomsten met andere LHBTI+-personen belangrijk. Dit is vooral het geval wanneer iemand in de thuissituatie niet openlijk zichzelf kan zijn. Veel evenementen en festivals, zoals Canal Pride en het Midzomergracht Festival konden niet doorgaan. Hierdoor dreigde isolatie en eenzaamheid voor sommige personen.
Tijdens de eerste golf en de tweede golf viel veel non-urgente zorg stil. Dit betekende dat het transitieproces voor veel transgenderpersonen was uitgesteld. Bovendien bestond lange tijd geen mogelijkheid om een soa-test te doen. Gelukkig is veel non-urgente zorg weer op gang gekomen en kan er een inhaalslag worden gemaakt. Opvallend was daarnaast dat stellen van gelijk geslacht meldden dat zij er regelmatig op werden gewezen afstand te houden terwijl zij een huishouden vormen.
Er zijn ook andere, positieve, trends te ontdekken voor LHBTI+-personen tijdens de coronacrisis. Uit de melding bij Art.1 MN leken niet beduidend meer discriminatie-meldingen binnen te komen van deze groep als gevolg van de coronacrisis. Ook bleek dat LHBTI+-personen elkaar redelijk goed online konden vinden. Veel organisaties konden al snel de vertaalslag naar online evenementen maken. Bovendien kon online ook de mogelijkheid worden gevonden om personen een luisterend oor te bieden. Zo kwam COC Nederland met een online platform: LHBTI+ Steun. Het platform is bedoeld voor mensen met een specifieke (zorg)vraag en voor mensen die in deze tijd stress en/of eenzaamheid ervaren en gewoon met iemand willen praten.
Mensen met een migratieachtergrond
Bij mensen met een migratieachtergrond is het voornamelijk van belang om waakzaam te zijn op gelijke behandeling. In tijden van crisis is het essentieel om de belangen van meer kwetsbare groepen in acht te nemen, zoals migrantengroepen. Zij moeten niet onevenredig hard getroffen worden door het beleid, doordat zij wellicht minder zichtbaar zijn in het proces van de beleidsvorming.
Mensen met een migratieachtergrond bevinden zich in een complexe positie in de samenleving. Vooral jongeren leven vaak in meerdere culturele en sociaal-maatschappelijke contexten, omdat zij zich niet alleen maar of op de eerste plaats identificeren met de dominante lokale cultuur of context. Doordat iemand zich niet uitsluitend identificeert met één cultuur of context, loopt een persoon meer risico op uitsluiting en discriminatie.
In de laatste twee rapportages werd ingezoomd op twee groepen: ongedocumenteerden die werkzaam zijn in het grijze of zwarte circuit en alleenreizende minderjarige vreemdelingen (AMV). De inkomsten van ongedocumenteerde schoonmakers is door het coronavirus met gemiddeld 80% gedaald. Het is van groot belang dat er beschermingsmaatregelen komen voor deze groep ongedocumenteerde schoonmakers en verzorgers. Ook alleenreizende minderjarige vreemdelingen bevinden zich in een kwetsbare positie, omdat zij niet begeleid en/of verzorgd worden door hun ouders of verzorgers. Deze groep heeft het recht op gelijke behandeling en persoonlijke ontwikkeling, maar hier zijn grote beperkingen op gekomen door de coronamaatregelen.
De tekst gaat verder na de afbeelding.

Mensen met een beperking
Het dagelijks leven van veel mensen met een beperking werd in grote mate beïnvloed door de coronamaatregelen. Een belangrijke factor is dat versoepelingen van de maatregelen voor de meeste mensen betekenen dat ze meer vrijheden krijgen, maar voor mensen met een beperking is dat vaak niet het geval. Sommige mensen zijn al vanaf het begin van de coronacrisis geïsoleerd. Veel aanpassingen in het dagelijks leven betekenen obstakels voor mensen met een beperking. Denk aan de nieuwe regel dat mensen alleen boodschappen mogen doen met een winkelmandje en als ze in hun eentje komen, dat assistentie vragen tijdens reizen in het openbaar vervoer nu erg moeilijk is en dat de mondkapjesplicht liplezen onmogelijk maakt.
Ook kwam door de coronacrisis het belang van digitale toegankelijkheid naar voren. Niet alle informatie op internet, bijvoorbeeld op overheidswebsites, kan worden voorgelezen of is op een begrijpelijke manier verwoord. Daarnaast moest veelal de overstap naar thuisonderwijs en thuiswerken worden gemaakt, wat voor mensen met een beperking een moeilijke verandering kan zijn die veel nieuwe aanpassingen vereist.
Veel van deze problemen zijn ontstaan doordat mensen met een beperking ondervertegenwoordigd zijn in de beleidsvorming. Er worden beslissingen over hen genomen, zonder dat zij bij de besluitvorming betrokken zijn geweest. Een positieve ontwikkeling is de recente erkenning van verschillende partijen. Zo noemde koning Willem-Alexander deze groep in de troonrede en premier Mark Rutte nam deel aan een online dialoogsessie met mensen met een beperking. De hoop is nu dat deze erkenning zich vertaalt naar vertegenwoordiging in de beleidsvorming.
Intersectionaliteit
Tot slot is het van belang om te benadrukken dat de vijf groepen die zojuist zijn uitgelicht, niet exclusief zijn. De ervaringen van de mensen die onderdeel zijn van deze groepen zijn intersectioneel: ieder persoon kan onderdeel zijn van één of meerdere van de bovenstaande groepen en hun ervaring kan verschillen op basis van hun identificatie met deze groepen. Zo heeft een rolstoelgebruiker met een ‘Aziatisch uiterlijk’ op dit moment een totaal andere beleefde werkelijkheid dan een rolstoelgebruiker wiens uiterlijke voorkomen als ‘Nederlands’ wordt beschouwd. Een transgenderpersoon die als gevolg van de maatregelen is ontslagen, kan door het maatschappelijk stigma waar zij vaker op stuiten op de arbeidsmarkt een totaal andere belevingswereld hebben dan een cisgender persoon die zijn/haar baan kwijt is geraakt.