Gemeente Montfoort discrimineert door een bewoner geen reëel zicht te bieden op een woonwagenstandplaats

Gepubliceerd op:

door

Categorie:

,

Tags:


College voor Rechten van de Mens: Oordeelnummer 2022-117

Discriminatiegrond:  Ras
Terrein: Sociale bescherming, Wonen

ART1MN | Discriminatie.nl Provincie Utrecht ondersteunt burgers die discriminatie of ongelijke behandeling ervaren. Een team van gespecialiseerde klachtbehandelaars biedt een luisterend oor en persoonlijke ondersteuning. Zij adviseren over mogelijke vervolgstappen, bemiddelen met bijvoorbeeld een werkgever en begeleiden bij procedures bij bijvoorbeeld het College voor Rechten van de Mens. In onderstaande casus is onlangs uitspraak gedaan:

Casus

Een man heeft tot 2012 in een woonwagen gewoond in de gemeente Montfoort. In 2013 moest zijn gezin echter de woonwagenlocatie verlaten, omdat de gemeente besloot tot herinrichting van de locatie. Na de herinrichting konden slechts vier gezinnen terugkeren op de locatie, terwijl er eerder meer gezinnen woonden. De plaatselijke woningbouwvereniging houdt sinds 2015 een belangstellendenlijst bij voor personen die in aanmerking willen komen voor een woonwagenstandplaats. De man staat op die lijst, maar heeft reeds eerder contact gehad met de gemeente over zijn interesse in een woonwagenstandplaats.

Naar aanleiding van de Woonvisie 2019-2030 besluit de gemeente op 16 december 2020 twee nieuwe woonwagenstandplaatsen te creëren. Ook voert de gemeente in 2021 een behoefteonderzoek uit. Naar aanleiding daarvan dient het College van burgemeester en wethouders op 24 augustus 2021 een beleidsvoorstel in bij de gemeenteraad. Onderdeel van dit beleidsvoorstel is de realisatie van twaalf nieuwe woonwagenstandplaatsen. De gemeenteraad wijst het beleidsvoorstel echter af.

De man stelt dat de gemeente hem discrimineert, omdat de gemeente hem geen reëel zicht biedt op een woonwagenstandplaats. De gemeente ontkent dat sprake is van discriminatie: zij zijn bezig met het ontwikkelen van beleid hierover. Bovendien worden er op basis van de Woonvisie alvast twee extra standplaatsen gerealiseerd.

Beoordeling

Uit de gelijkebehandelingswetgeving vloeit voort dat een gemeente moet voorzien in een zo gelijkwaardig mogelijk aanbod van woonruimte voor bewoners van sociale huurwoningen en voor woonwagenbewoners. Het College zet eerst voor beide groepen op een rij wat de woonsituatie is in de gemeente Montfoort. Het College weegt deze situaties tegen elkaar af. Het College constateert dat er sinds 2010 geen enkele  woonwagenstandplaats vrijgekomen is. Daarbij merkt het College op dat het geheel onduidelijk is wanneer er wel woonwagenstandplaatsen vrij zullen komen. De wachttijd kan dus nog verder oplopen. Het College concludeert dat er voldoende aanleiding bestaat om te veronderstellen dat woonwagenbewoners in de gemeente Montfoort gemiddeld langer moeten wachten op een standplaats dan personen die wachten op een sociale huurwoning.

De gemeente onderneemt wel stappen ter ontwikkeling van woonwagenstandplaatsen. Het College neemt met instemming kennis van deze plannen, maar overweegt dat de uitvoering daarvan (te) lang duurt. Daarbij acht het College van belang dat nog onduidelijk is wanneer de twee nieuwe standplaatsen, waartoe in 2020 besloten werd, gerealiseerd zullen worden. Dit project bevindt zich immers nog in de planfase. Bovendien komt het totale aantal standplaatsen binnen de gemeente daarmee op zes te liggen, terwijl er volgens het onderzoek van de gemeente behoefte is aan 18 standplaatsen. De gemeente beschikt momenteel niet over beleid ten aanzien van de realisatie van de overige twaalf standplaatsen. Het College overweegt dat, gelet op het verschil in wachttijd voor een woonwagen en een sociale huurwoning, meer prioriteit voor de ontwikkeling van standplaatsen is geboden. Het College oordeelt daarom dat de gemeente onvoldoende concrete actiepunten in de planning heeft, waardoor de man geen reëel zicht heeft op een woonwagenstandplaats. Omdat het gebrekkige beleid uitsluitend de groep woonwagenbewoners nadelig treft, is sprake van direct onderscheid op grond van ras. Er zijn geen wettelijke uitzonderingen van toepassing. Het College oordeelt dan ook dat de gemeente verboden onderscheid maakt jegens de man.

Het College doet ook een aanbeveling aan de gemeente. Het College beveelt de gemeente aan om de behoefte van de woonwagenbewoners ten aanzien van het type huisvesting nader te onderzoeken. Daarbij moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid tot huur en koop, maar ook met de benodigde grootte van de woonwagens. Daarnaast is het van belang dat een woonwagenwoning volgens vaste rechtspraak niet gelijk te stellen is aan een woonwagen.

Oordeel

Gemeente Montfoort heeft verboden onderscheid gemaakt jegens de man op grond van ras.