Gemeente Nieuwegein biedt geen reëel zicht op een woonwagenstandplaats

Gepubliceerd op:

door

Categorie:

,

Tags:


College voor Rechten van de Mens: Oordeelnummer 2023-117

Discriminatiegrond:  Ras
Terrein: Sociale bescherming, Overig

ART1MN | Discriminatie.nl Provincie Utrecht ondersteunt burgers die discriminatie of ongelijke behandeling ervaren. Een team van gespecialiseerde klachtbehandelaars biedt een luisterend oor en persoonlijke ondersteuning. Zij adviseren over mogelijke vervolgstappen, bemiddelen met bijvoorbeeld een werkgever en begeleiden bij procedures bij bijvoorbeeld het College voor Rechten van de Mens. In onderstaande casus is onlangs uitspraak gedaan:

Casus

Een man is opgegroeid als reiziger. Hij verblijft in een penitentiaire inrichting. Daarvoor verbleef hij in een woonboot in de gemeente Nieuwegein. Tijdens zijn detentie is zijn woonboot door Rijkswaterstaat uit het water gehaald en vernietigd. De man heeft zijn woonwensen voor de periode na zijn detentie kenbaar gemaakt bij de gemeente. Op 16 juli 2022 meldt hij zich ook aan voor de wachtlijst voor belangstellenden voor een woonwagenstandplaats.

De gemeente beschikt over zes woonwagenstandplaatsen. Mensen die in aanmerking willen komen voor een woonwagenstandplaats kunnen zich inschrijven op de algemene wachtlijst van de regio Utrecht. Deze wachtlijst kent op dit moment 129 geïnteresseerden.

De man stelt dat de gemeente hem discrimineert, omdat de gemeente hem geen reëel zicht biedt op een woonwagenstandplaats. De gemeente ontkent dat sprake is van discriminatie.

Beoordeling

Uit de gelijkebehandelingswetgeving vloeit voort dat een gemeente moet voorzien in een zo gelijkwaardig mogelijk aanbod van woonruimte voor bewoners van sociale huurwoningen en voor woonwagenbewoners.

Het College stelt voorop dat van de zeer specifieke woonwensen die door de man zijn geuit, zoals het teruggetrokken kunnen leven op een afgelegen stuk grond, niet kan worden ingezien dat deze met de afkomst van de man samenhangen. Het gelijkebehandelingsrecht strekt zich niet zover dat een eigen plaats, los van een gemeenschap, kan worden afgedwongen.

Met betrekking tot de vraag of de gemeente voldoende stappen heeft gezet om de man reëel zicht te bieden op een woonwagenstandplaats constateert het College dat een verhuur in negen jaar met 129 geïnteresseerden, afgezet tegen de wachttijd van 13 jaar voor een sociale huurwoning, maakt dat de wachttijd voor standplaatszoekenden veel langer is dan voor sociale huurwoningen. Ook constateert het College dat de gemeente geen inzicht heeft in de daadwerkelijke behoefte aan woonwagenstandplaatsen binnen de gemeente en er evenmin beleid is ontwikkeld.

Het College oordeelt dat de gemeente geen deugdelijk onderzoek heeft verricht naar de behoefte aan woonwagenstandplaatsen in zijn gemeente. Hierdoor heeft de man geen reëel zicht op een standplaats.

Oordeel

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein heeft verboden onderscheid gemaakt jegens de man op grond van ras.