Nederland (Art.1 MN), biedt een gedetailleerd overzicht van discriminatie-incidenten in de provincie Utrecht en de aanpak van deze kwesties. De Monitor Discriminatie Provincie Utrecht bestaat uit gegevens van Art.1 MN, de politie-eenheid Midden-Nederland en het College voor de Rechten van de Mens en biedt inzicht in de aard en omvang van ervaren discriminatie in de regio.
Discriminatie wordt gedefinieerd als het anders behandelen van mensen op basis van kenmerken die niet relevant zijn in een bepaalde situatie, zoals huidskleur, geslacht of leeftijd. De meldingen in de monitor betreffen ervaren discriminatie, waarbij moet worden opgemerkt dat veel ervaringen met discriminatie niet worden gemeld. Dit kan zijn vanwege onbekendheid met meldpunten, angst voor gevolgen, of het niet willen stilstaan bij een negatieve ervaring. Daarom geven de cijfers in de monitor geen volledig beeld van discriminatie-incidenten in de regio.
Sterke stijging discriminatiemeldingen
In 2020 heeft Art.1 MN 714 meldingen ontvangen van inwoners uit de provincie Utrecht en 460 voorvallen geregistreerd die in de provincie plaatsvonden. De politie registreerde 697 aangiften en meldingen, en bij het College voor de Rechten van de Mens kwamen 73 verzoeken om een oordeel binnen. Deze cijfers tonen aan dat er in 2020 sprake was van een significante stijging van het aantal meldingen ten opzichte van 2019, mede door incidenten zoals een carnavalslied dat beledigend was voor mensen van Chinese afkomst en de invloed van de Black Lives Matter-demonstraties.
Mensen met beperking ervaren meer discriminatie door coronamaatregelen
De coronapandemie heeft in 2020 ook een nieuwe dimensie van discriminatie aan het licht gebracht, met meldingen van mensen met een beperking die gerelateerd waren aan het naleven van de coronamaatregelen, zoals de verplichting om een winkelwagen te gebruiken of het niet kunnen dragen van mondkapjes.
