Na terugkeer van zwangerschapsverlof minder gunstige voorwaarden mag niet

H.J. Heinz Supply Chain Europe B.V discrimineerde een vrouw door haar na terugkeer van zwangerschaps- en bevallingsverlof onder minder gunstige voorwaarden terug te laten keren in de eigen functie.

College voor Rechten van de Mens
Bekijk de volledige uitspraak: Oordeelnummer 2018-106 dd 18-10-2018

Trefwoord: Zwangerschapsverlof, Bescherming van de vrouw, Zwangerschap, Geslacht, Arbeidsvoorwaarden
Discriminatiegrond: Geslacht
Terrein: Arbeid – Arbeidsvoorwaarden

Situatie

Een vrouw werkte als Finance Manager bij H.J. Heinz Supply Chain Europe B.V. (hierna: Heinz). Tijdens haar zwangerschaps- en bevallingsverlof verving een collega haar. Toen ze na haar verlof weer aan het werk ging, bleef haar vervanger haar functie uitoefenen. Dit terwijl zij meerdere keren aangaf haar eigen functie te willen uitoefenen. Volgens de vrouw discrimineerde het bedrijf haar op grond van geslacht. Heinz betwist dat. De functie van de vrouw is na haar terugkomst van haar verlof door twee personen uitgevoerd in verband met de continuïteit van de werkzaamheden.

Beoordeling

Een werkgever mag geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen bij de arbeidsvoorwaarden. Wanneer een vrouw met zwangerschaps- en bevallingsverlof gaat, heeft zij na afloop van haar verlofperiode het recht om onder voor haar niet minder gunstige voorwaarden en omstandigheden naar haar eigen functie of naar een gelijkwaardige functie terug te keren. Er is sprake van discriminatie als er een verband is tussen het onder minder gunstige voorwaarden terug mogen komen in de eigen functie en het verlof. Heinz bewijst niet dat de terugkeer in de eigen functie onder minder gunstige voorwaarden géén verband hield met het zwangerschaps- en bevallingsverlof van de vrouw. Het College begrijp dat het bij functies zoals in deze zaak, niet steeds mogelijk is dat een werknemer die terugkeert van bevallingsverlof direct in volle omvang haar functie weer kan uitoefenen. In die zin kan het niet te vermijden zijn dat de omstandigheden voor de vrouw op het moment waarop zij terugkeert, minder gunstig zijn dan voor haar verlof. De inspanningen van de werkgever moeten er wel op gericht te zijn dat hieraan binnen redelijke termijn een einde komt. Van zulke inspanningen is onvoldoende gebleken. Daarom oordeelt het College dat Heinz de vrouw discrimineerde door haar onder minder gunstige voorwaarden terug te laten keren
in de eigen functie.

Oordeel

H.J. Heinz Supply Chain Europe B.V. heeft jegens de vrouw verboden onderscheid op grond van geslacht gemaakt.